Duurzame energie redt levens en levert dus veel geld op

Steenkool lijkt een goedkope energiebron, maar als je de doden door luchtvervuiling meerekent, pakt de rekensom anders uit, aldus Amerikaanse onderzoekers. Klimaatverandering tegengaan blijkt niet duur, maar lucratief. Hebben ze gelijk?

Steenkool lijkt een goedkope energiebron, maar als je de doden door luchtvervuiling meerekent, pakt de rekensom anders uit, aldus Amerikaanse onderzoekers. Klimaatverandering tegengaan blijkt niet duur, maar lucratief. Hebben ze gelijk?

 

Zojuist verscheen het eerste deel van het vijfde IPCC-rapport, nadat afgelopen vrijdag al de samenvatting voor beleidsmakers openbaar was gemaakt. Dit deel gaat over de natuurwetenschappelijke basis van klimaatverandering. Met nog meer zekerheid over de rol van de mens daarin: het is ‘extreem waarschijnlijk’ dat menselijk handelen de voornaamste oorzaak van de opwarming sinds het midden van de vorige eeuw is. 

De verdere opwarming voor de rest van deze eeuw wordt geschat op minstens 0,3 graden (in het geval dat snel krachtige maatregelen worden genomen en we veel geluk hebben) en maximaal 4,8 graden (bij ongewijzigd beleid en flink wat pech).

Is het duur klimaatverandering tegen te gaan, door over te schakelen op energiebronnen die geen CO2 uitstoten? Als je alleen naar de stroomprijzen kijkt, zou je denken van wel. Hoewel windmolens op land goed presteren en de kosten van zonne-energie snel dalen, wint kolenstroom in de meeste landen de prijzenslag nog steeds ruimschoots. Of anders wel gas. En die centrales kunnen bovendien 24 uur per dag draaien, zo hard als nodig, terwijl windmolens en zonnepanelen soms helemaal niets opleveren. Dat laatste probleem is wel op te lossen door verschillende vormen van energie-opslag, maar je raadt het al: daar wordt het allemaal nog duurder van.

Als je de kosten die klimaatverandering in de toekomst gaat veroorzaken meerekent, pakt de rekening heel anders uit. Het is nogal een financiële strop als wereldsteden onder water komen te staan, oogsten teruglopen en de visserij instort door oceaanverzuring, om maar iets te noemen. Maar zelfs als je helemaal niet naar de gevolgen van klimaatverandering kijkt, is schone energie waarschijnlijk een goede investering voor de mensheid, rekenen Jason West en collega’s voor in een artikel in Nature Climate Change.

 

Schone lucht

Zij concentreren zich op de gezondheidseffecten van de schonere lucht die klimaatbeleid kan opleveren, vertaald als economische winst. Hun conclusie: iedere ton CO2 die minder wordt uitgestoten, levert tussen de 37 en 281 euro aan levenswinst op. En, voegen ze toe, waarschijnlijk is dat een onderschatting van de werkelijke winst, want naar mensen onder de dertig hebben ze niet gekeken, en ook niet naar ziektekosten en verloren werkuren. Alleen doden aan longkanker en andere luchtwegproblemen telden mee.

Het team van West vergeleek twee energiescenario’s voor de rest van deze eeuw. In het eerste groeit de uitstoot van CO2 ongehinderd door, net als de economie en de wereldbevolking. In het jaar 2100 zou er dan 760 delen per miljoen (afgekort als ppm) CO2 in de lucht zitten, bijna twee keer zo veel als nu. Het scenario gaat ervan uit dat de natuur al die tijd ruim de helft van de menselijke CO2-uitstoot blijft opnemen. Dat is waarschijnlijk te optimistisch, maar dit terzijde.

In het tweede scenario komt er snel een geleidelijk oplopende, wereldwijd toegepaste belasting op koolstof. Daardoor stopt de mensheid op termijn met het uitstoten van CO2, zodat de concentratie van dat broeikasgas stabiliseert op 525 ppm. In dat scenario gaat het verbruik van steenkool, olie en gas steeds verder omlaag, wordt steeds meer energie opgewekt door windmolens en kerncentrales en groeit de rol van biomassa terwijl energiebesparing ook een duit in het zakje doet. CO2 wordt aan het eind van de eeuw vrijwel allemaal opgevangen en onder de grond gestopt, ook als dat ontstaat uit het opstoken van hout en andere biomassa.

 

Het gaat de goede kant op

Hoe veel luchtvervuiling hoort bij de beide scenario’s, en welke gezondheidsschade levert dit op? Sowieso gaat het de goede kant op. In beide scenario’s daalt het aantal doden door fijnstof en ozon met miljoenen per jaar. Want de techniek schrijdt voort, en ook zonder klimaatbeleid betekent dat minder viezigheid uit de uitlaten van auto’s en de schoorstenen van kolencentrales.

Het verschil tussen de twee doorgerekende toekomstscenario’s is de bijkomende winst die voortvarend klimaatbeleid zou opleveren. En die blijkt fors: volgens het rekenmodel scheelt het in 2030 490 duizend doden per jaar, in 2050 1,3 miljoen en aan het einde van de eeuw 2,2 miljoen. Op een bevolking die dan trouwens uit bijna tien miljard mensen bestaat (nu is dat zeven miljard).

Die levens worden vooral in Azië gered. Daar is het dan ook bar en boos op dit moment. Vuile lucht en vies water kosten China een kleine honderd miljard euro per jaar, schatten economen. De Chinese regering realiseert zich dat dit een onhoudbare situatie is. En inderdaad, vooral China profiteert aanvankelijk in het schone scenario: tweederde van de extra overleving in 2030 treedt in dat land op. Daarna verschuift het voordeel vooral naar India, waar in het jaar 2100 wel 1,1 miljoen mensen gered zouden worden van de luchtvervuilingsdood. Reken dat om naar geld en tel uit je winst.

Zo snel mogelijk overschakelen op schone energie lijkt dus ook financieel een slimme keuze, zeker omdat het gezondheidsvoordeel in de regio terechtkomt waar ook de maatregelen worden genomen.

 

Markteconomie

Maar er is een probleem. De gezondheidswinst vloeit niet in de zakken van de energieproducenten, maar komt terecht als extra levensjaren bij de bevolking. Een markteconomie waarin producenten van fijn stof, ozon en CO2 niet hoeven te betalen voor de schade die ze aanrichten – en zo werkt het systeem nu nog bijna overal ter wereld – zal niet uit zichzelf de omslag maken. Daar heb je krachtige overheden voor nodig. Sommige van die overheden verdienen veel geld met fossiele brandstoffen, en dat stimuleert ze natuurlijk niet om het gebruik daarvan snel te verminderen.

Tot slot nog een belangrijke kanttekening: dit soort rekenmodellen is heel gevoelig voor de keuzes die je maakt. Wat is een mensenleven bijvoorbeeld waard, en is dat overal even veel? In het model van West en collega’s niet. Een mensenleven wordt in Europa 1,8 miljoen dollar waard geacht, in de Verenigde Staten 7,4 miljoen dollar. Gemiddeld over de hele wereld tellen de auteurs een vermeden sterfgeval in 2030 als een winst van tussen de 1,2 en 3,6 miljoen dollar. Dat is veel geld. Geld dat in werkelijkheid helemaal niet verdiend wordt. Sterker nog, als het vooral gepensioneerden zijn wiens leven wordt gered, dan kost hun overleving de samenleving waarschijnlijk juist geld.

In vergelijking met anderen komen deze auteurs met erg hoge bedragen per ton vermeden CO2. En waarom hebben ze eigenlijk niet gerekend met verloren en gewonnen levensjaren? Dood ga je toch een keer, de vraag is alleen wanneer. Toch voegen ze met hun werk een extra argument toe om snel die ene, relatief simpele maatregel in te voeren: een belasting op broeikasgassen.

 

Elmar Veerman, op Wetenschap24, 30 september 2013